Skip to content

Hoe vullen reguliere en niet-reguliere behandelingen elkaar aan?

Je bent afgestudeerd kinesioloog en je praktiseert je vak vanuit je eigen praktijk. Het lijkt soms wel alsof je op jezelf staat als behandelaar. Niets is minder waar. Jij maakt als kinesioloog onderdeel uit van het totale zorgveld. Hoe ga je daarmee om?

Tijdens je werk krijg je te maken met klanten die ook reguliere zorg ontvangen. Je wilt het beste voor je klant. Wat is jouw rol als kinesioloog? Marjolein, mede-eigenaar van Welkin, docent en behandelend kinesioloog, vertelt in dit artikel hoe reguliere en niet-reguliere behandelingen elkaar kunnen aanvullen.

Wat zijn reguliere en niet-reguliere behandelingen?

Reguliere behandelingen, of reguliere zorg, is de zorg die wordt geleverd door huisartsen en ziekenhuizen, en die meestal via de basisverzekering wordt vergoed. Deze vorm van zorg wordt georganiseerd door de overheid en geaccepteerd door de wetenschap.

Niet-reguliere behandelingen worden ook wel complementaire zorg genoemd. Complementair geeft aan dat deze behandelingen geen alternatief bieden voor de reguliere zorg, maar dat ze hierop een aanvulling zijn om mensen te helpen.

Beide behandelaars werken vanuit een ander uitgangspunt. Binnen de reguliere zorg wordt er vaak gekeken naar onderdelen in het lijf. Artsen zijn meestal specialist op een bepaald gebied. Gelukkig maar, want dankzij specialistische geneeskunde is onze levensverwachting en -kwaliteit aanzienlijk toegenomen.

Binnen de kinesiologie kijken we naar het lichaam als geheel. We zijn er niet om te genezen, maar om klachten te helpen verminderen en het welzijn te verbeteren. Daarnaast speelt kinesiologie een belangrijke rol in preventie en het opbouwen van een gezonde levensstijl.

Hoe kun je als kinesioloog samenwerken met reguliere behandelaars?

Er is steeds meer uitwisseling en samenwerking  tussen reguliere en niet-reguliere behandelaars. Marjolein vertelt: “Ik werk in mijn praktijk onder andere samen met fysiotherapeuten en logopedisten. De mensen die naar mijn praktijk komen, zijn soms al enige tijd onder behandeling bij bijvoorbeeld de fysiotherapeut. Omdat het lichaam een verkeerd bewegingspatroon heeft opgeslagen, blijft de klacht terugkomen. Door het behandelen van de reactiviteit, een van de technieken uit de kinesiologie, kun je dat patroon doorbreken. Daarna kan de klant terug naar de fysiotherapeut voor verdere behandeling, die dan vaak blijvend aanslaat.”

Hetzelfde geldt voor haar samenwerking met logopedisten. “Als de logopedist waarmee ik samenwerk, merkt dat er stress in het lijf zit van haar patiënt waardoor een kind niet lekker praat, dan stuurt ze de patiënt door naar mij. Na mijn behandeling stuur ik de patiënt ook nu weer terug naar de logopedist. Zo vullen we elkaar goed aan.”

Een ander voorbeeld van een samenwerking is het begeleiden van mensen die op de wachtlijst staan voor een ggz-behandeling. Niet als vervanging, de specialistische zorg van de GGZ is niet het werkterrein van de kinesioloog. Maar je kunt iemand wel aanvullend en ondersteunend helpen, waardoor hij meer welzijn ervaart en de stress tijdens de wachtperiode en de behandelingen beter kan opvangen.

Ken je grenzen

Als behandelend kinesioloog is het heel belangrijk om je grenzen te kennen. Zo moet je als kinesioloog een psychische stoornis kunnen herkennen. Iemand met paniekaanvallen kun je tot een zekere hoogte begeleiden, maar als er sprake is van onderliggende zware problematiek, dan moet je als kinesioloog zeggen: dat is mijn expertise niet. Nu draag ik deze klant over aan een psycholoog of huisarts.

In haar praktijk behandelde Marjolein een klant die zijn sleutelbeen had gebroken na een ongeval met een fiets. De man was behandeld door de reguliere zorg. Er waren foto’s gemaakt en hij was hersteld. Toch bleef hij last houden. “Ik merkte tijdens mijn behandeling dat de bewegingen niet klopte, dus adviseerde ik hem om naar de huisarts te gaan en te vragen om een nieuwe foto. Dat deed hij. De breuk bleek niet goed geheeld.”

Wat leer jij als student hierover?

Het belangrijkste dat onze studenten leren, is dat ze zich bewust worden van hun rol in het bredere zorgveld. Uiteraard dienen ze, net als alle niet-reguliere zorgverleners, een diploma medische basiskennis te behalen voordat ze mogen praktiseren. Daar leren ze rode vlaggen herkennen. Dat zijn de symptomen die een directe verwijzing naar reguliere zorg indiceren.

Ook in de opleiding besteden we hier aandacht aan. Dat gaat zowel om acute zaken, zoals: hoe herken je een hartaanval. Maar er is ook veel aandacht voor minder acute zaken, zoals: waar ligt de grens tussen waar wij kunnen begeleiden en waar een reguliere behandeling nodig is.

Studenten leren ook communiceren met hun klant en met het reguliere zorgveld. We behandelen tijdens de opleiding vragen als: hoe leg je contact met een andere behandelaar, zoals een fysiotherapeut? Hoe waarborg je de privacy van een klant? Hoe maak je bespreekbaar wat je hebt gesignaleerd? Hoe zorg je ervoor dat een klant het probleem begrijpt en inziet dat het nodig is om reguliere hulp te zoeken?

Hoe ga je in gesprek met andere behandelaars?

Het belangrijkste als professional is dat je je eigen vak verstaat. Dat je de achtergronden en de werking van technieken kent en de keuze van je technieken kunt uitleggen. Daarom besteden we hier in onze opleiding veel aandacht aan.

Als je symptomen, klachten of gedrag signaleert die je met jouw expertise niet kunt behandelen, dan verwijs je door. Je adviseert in eerste instantie de klant zelf. Op verzoek kun je hem een verslag meegeven waarin je beschrijft wat je hebt vastgesteld en waar je zorg zit.

Het is vervolgens aan de zorgprofessional hoe hij de klacht interpreteert. Hij kan bepalen op basis van zijn eigen expertise of er inderdaad verdere acties nodig zijn en wat de mogelijke vervolgacties zijn.

Zo kan het behandelen van stress- en fysieke klachten leiden tot een andere regulering van de bloeddruk. Gebruikt iemand medicatie voor een te hoge bloeddruk, dan kan soms een verbetering van het welzijn juist leiden tot meer bijwerkingen. Bijvoorbeeld omdat de dosering die de klant nodig had toen hij veel stress had, nu niet meer nodig is. Door dat te vermelden aan de voorschrijvend arts, kan die onderzoek doen en bepalen of er wel of geen reden is voor het aanpassen van de medicatie.

Blijven zoeken naar een samenwerking

Kinesiologie is nog niet bij iedereen bekend, daarom is het nodig om blijvend te onderzoeken waar een samenwerking mogelijk is. Een kinesioloog kan door het delen van kennis en ervaring bijdragen aan de vraagstukken tussen reguliere en niet-reguliere behandelaars. Het begint met het vertellen wat kinesiologie is en laten zien hoe ons vak bijdraagt aan meer welzijn.

Back To Top