Met kinesiologie ben ik nooit uitgeleerd
In ‘Begin je eigen kinesiologiepraktijk’ vertellen startende ondernemers over het opzetten van een eigen praktijk. Michelle van Overveld volgt de opleiding Psychosomatisch Kinesioloog en kan niet wachten totdat ze haar eigen praktijk officieel opent. Op Facebook deelt ze haar ervaringen en dat levert haar regelmatig nieuwe proefcliënten op.
Hoe kwam jij in aanraking met kinesiologie?
“Ik heb zelf verschillende klachten gehad waarbij ik binnen de reguliere zorg niet verder kwam. Na de zwangerschap van mijn derde was ik er zo slecht aan toe, dat ik zelfs geen energie meer kon opbrengen voor mijn eigen beautysalon. Mijn tantes kwamen aan met kinesiologie. Toen ik erover las wist ik meteen: dit is het!
Ik vind de holistische kijk op gezondheid mooi. Dat alles met elkaar in verbinding staat. Ik zit nu in mijn tweede jaar en ik vind het nu al jammer als de opleiding straks is afgelopen. Voor mijn gevoel raak ik nooit uitgeleerd over kinesiologie. Deze opleiding mag van mij nog 5 jaar duren.”
Wanneer wist je dat een praktijk wilde starten?
“Toen ik naar de Open Dag van Welkin ging wist ik al dat ik een eigen praktijk wilde starten. Ik had het gevoel dat ik stilstond in mijn huidige werk. Ik vond het werk in mijn beautysalon leuk en het contact met klanten ook, maar ik miste de ontwikkeling. Elke dag was hetzelfde voor mijn gevoel. Ik hielp mensen aan de buitenkant, maar zeker bij sommige schoonheidsbehandelingen wist ik: dit komt van binnenuit en kun je niet met een crème oplossen.”
Je bent nog geen praktijk gestart, maar je behandelt wel cliënten?
“Ik ben begonnen met proefcliënten om te oefenen voor de opleiding. Ik startte op Facebook een pagina om kinesiologie meer bekendheid te geven. Daar kwamen veel reacties op, waardoor ik nu twee tot vier cliënten per week behandel.
Ik ga nog een goede naam verzinnen en dan hoop ik vanaf januari mijn praktijk in te schrijven, zodat ik officieel van start kan. De Facebookpagina geeft me nu al zoveel bekendheid en kansen om goed te oefenen.”
Op wie richt jij je?
“De mensen die bij me komen vertellen me: ‘Ik heb al zoveel onderzoeken gehad en ik voel me nog steeds niet fit.’ Ook behandel ik veel kinderen. De meeste hebben leerproblemen of hebben stress vanwege de scheiding van hun ouders. Ik pas dan vaak een spierbalans toe of een kleurenbalans.”
Wat is jouw ervaring met centering? Pas je dat toe?
“Centering zie ik als een basisbehandeling om het lichaam terug te krijgen naar zoals het hoort te zijn. Het is de kapstok van je hele lichaam. Je lichaam heeft een bepaalde balans en door verschillende situaties kan je lichaam zijn gaan compenseren. Ik wil centering standaard gaan toepassen bij elke eerste afspraak.
De eerste les over centering voelde ik meteen in mijn lichaam. Ik had de volgende dag zo’n spierpijn en ik was heel moe. Ik kon de hele dag wel slapen. Ik had het gevoel dat er iets rechtgezet was.”
Wat wil jij bereiken met jouw praktijk?
“Ik wil dat veel meer mensen zich bewust worden van hun lichaam. Dat je niet alleen medicijnen hoeft te gebruiken, maar verder kunt kijken. Het liefst open ik later mijn praktijkruimte in een gebouw met meerdere disciplines bij elkaar, zoals een natuurgeneeskundige en een fysiotherapeut.
Ook zou ik meer willen leren over kinesiologie en zwangerschap, zodat ik vrouwen hierin kan begeleiden. Na mijn bevalling stond mijn leven op zijn kop. Ik voelde me niet fit. Ik was somber, omdat mijn lichaam niet deed wat ik wilde. Hormonen doen gekke dingen met je lichaam.
Ik zou heel graag onderzoeken wat ik met kinesiologie kan doen om het lichaam in balans te brengen. Ik denk dat je alleen met een centering-behandeling al veel kan bereiken om het gevoel te verlichten en je lichaam te ontspannen.”
Wat is het mooiste moment in jouw praktijk?
“Er komt een moment naar boven met een proefcliënt: een jongen van 9 jaar. Hij had dyslexie en woedeaanvallen. Ik had zoveel technieken in gedachten die ik kon inzetten bij leerproblemen. Maar zodra ik begon over zijn dyslexiemap met opdrachten, dook hij ineen en werd hij boos en verdrietig. Er zat zoveel spanning rondom dit onderwerp. Ik hield zijn voorhoofd vast om hem weer rustig te krijgen.
Ik adviseerde zijn moeder om alles te laten rusten. Even geen behandeling, geen extra lessen na school. Geef hem maar de ruimte om tot rust te komen. Dat vond ik wel spannend om te zeggen, maar ik ging af op mijn gevoel. Later kreeg ik een berichtje dat het veel beter ging met hem. Ik leerde: zo kan het ook. Soms hoef je niet te behandelen. Je opent alleen de ogen van iemand, waardoor er ruimte ontstaat.”